In stille afwachting
al die tijd
Jij wilde wel
maar ik was je kwijt
.
Ik had je zorgvuldig afgedekt
In liefde verlaten
Ik kon toen niet anders
dan jou in de steek laten
.
Je verlamde me
Maakte me dood
En toch leefde ik
en hield ik me groot
.
Nu ben je daar ineens
Alle gaasjes en pleisters eraf
Zo in één ruk
omdat ik me zo blootgaf
.
Ik kan niet blijven staren
Ik moet je vol aankijken
Alles doorvoelen
zonder te bezwijken
.
Ik daal af
keer op keer
als jij dat vraagt
ook al doet het zeer
.
Ik laat je drogen aan de lucht
Je kunt nu genezen
Stapje voor stapje
Er is niks meer te vrezen
.
Ik vraag je alleen
geen zout te strooien
Zodat ik veilig
kan smelten en ontdooien
.
Ik zeg ja tegen jou
Open en kwetsbaar
Want liefde, wat ben je mooi
Ik ben zo dankbaar
.
Manon
.
‘Ode aan de vaderwond’